Bij broosheid in mijn eigen leven denk ik allereerst aan ons pasgeboren kindje. Niet ons kindje zelf zie ik als broos. Kwetsbaar, dat zeker, in alle afhankelijkheid van ons als verzorger en zometeen als opvoeder. Nee, broos is de wereld waar dat lieve kleine kindje ons in neerzet.

Alles is anders. Onbevangenheid lijkt verdwenen, we dragen nu altijd zorg. Angst en bezorgdheid kunnen zich helemaal meester maken. Vast enigszins onder invloed van hormonen, staan de tranen me direct in de ogen bij het zien van kinderen en moeilijke omstandigheden; die te maken krijgen met oorlog, geweld, ziekte.

En hoewel je samen zo iets intens meemaakt als het krijgen van een kindje schuilt daarin ook zoveel broosheid. Verlies je elkaar als partner niet uit het oog? Voldoe je wel in je eigen en elkaars ogen? Vriendschappen, de ogenschijnlijke vanzelfsprekendheid ervan. Opeens staan vrienden op een zoveelste plaats. Hoe houd je echt contact?

Echter ervaar ik ook dat juist door alles wat op losse schroeven staat, alles nieuwe glans krijgt. Het leven in en met alle broosheid heeft zo veel nieuwe perspectieven.


Amanda Rutten- de Bruyn