De vieringen van Kerst zijn alweer achter de rug. Op 24 december de kerstnachtviering en op 25 december de viering van kerstmorgen. Wat een prachtige, sfeervolle en feestelijke vieringen waren het. Voor wie er langer van wil genieten en het nog eens terug wil lezen hebben we de teksten van de voorgangers in dit artikel opgenomen.

We vieren vanuit de cyclus ontfermen. Het geboorteverhaal van Jezus lazen we vanuit het Evangelie volgens Lucas 

Ook lazen we Psalm 96 en 97

De teksten op 24 december zijn van Elise Rommens-Woertman:

Cyclus: ontfermen
thema: Verheugen
tekst: Psalm 96 en Lukas 2,1-14

Gaan door donker

Welkom allemaal
Wij dromen van licht
omdat wij weten hoe donker het kan zijn
in onze weerbarstige wereld.
Als we het geweld en de honger zien,
het onrecht en onze machteloosheid daarbij.
Als we voelen wat niet lukken wil en onaf blijft,
ons verdriet en onze eenzaamheid.
Wij dromen daarom van een wereld die klopt.
Wij zoeken vanavond samen
met een ontvankelijk hart
naar licht in het donker.

Licht zaaien

Licht is geboren in een schamele stal
Licht is uitgezaaid in het open veld
-onbeschut in weer en wind-
niet te doven.

Laten wij opstaan
om ons in dat spoor van licht te voegen
Laten wij nu in beweging komen
om ons toe te wenden naar elkaar.

Licht ontvangen

Licht is uitgezaaid
God is hier en nu- weerloos in ons midden
Licht wil wonen in ons hart
als bron van hoop en van verlangen

Laten wij dat licht ontvangen in ons hart
herkennen in de ogen van een ander.
Laten wij nu elkaar vrede wensen
liefde en licht toezingen.

Licht worden

Licht wil wonen in ons hart
daarin komt God ons rakelings nabij.
Licht wil gekoesterd worden
om weerloos vrij te leven.

Laten wij dat licht in ons dragen
als lopend vuur te verspreiden de wereld in.
Laten wij nu licht ontsteken
hier in ons midden
als teken van hoop en verlangen

Zegen

Licht wil gekoesterd worden
om weerloos vrij te leven.
Licht is uitgezaaid
in onze donkere nacht.

Laten wij het licht koesteren in ons hart,
zoals Maria het woord zachtmoedig in haar hart bewaart.
Laten wij nu wij het licht vol vuur verder dragen
onze woelige, wijde wereld in.

 

De teksten op 25 december zijn van Jorn den Hertog:

Overdenking Kerst Janskerkgemeente 25-12-2022

Stelt u zich eens voor: Een heel gewoon meisje, nog geen 16 jaar oud, uitgehuwelijkt aan Jozef, maar: nog niet getrouwd. Dit meisje krijgt, uit het niets, bezoek van een engel. En de engel vertelt haar: “Maria, wees niet bang, de Ene is bij je, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en ‘Zoon van de Allerhoogste’ worden genoemd, en God, de Ene, zal hem de troon van zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.” (Lukas 1:28-33)

Nou, ga er maar aan staan, hoe moet je hierop reageren? De engel spreekt gigantisch grote woorden: ”Zoon van de Allerhoogste, de troon van David, een koningschap zonder eind.” Hoe gaat Maria om met deze grote beloften?

Ze stelt eerst een praktische vraag aan de engel: ‘Hoe zal ik zwanger worden, ik ben nog nooit met Jozef naar bed geweest’ De engel legt uit en Maria zegt dan in Lukas 1:38 : ‘De Ene wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’

Maria, de moeder van Jezus, lijkt vol vertrouwen, overgave én nuchterheid dit absurde nieuws aan te nemen. Maria stelt haar leven in dienst van de Ene: “laat met mij gebeuren wat u hebt gezegd.” Wat een bijzondere houding. Hoe kon Maria deze woorden een plekje geven, hoe kon zij zo volledig vertrouwen?

De maanden na deze ervaring met de engel was Maria zwanger: het kindje in haar buik groeide en ze zal vast vaak nagedacht hebben over de woorden die tegen haar gezegd waren.

Dan wordt Jezus geboren terwijl Jozef en zij onderweg zijn. Ze legt Jezus in een voederbak. Ze is, zo stel ik me dan voor, bij aan het komen van de bevalling en ineens komen er uitbundige herders langs. Heb je behoefte aan wildvreemde, niet-zo-fris-ruikende mensen aan je kraambed? Waarschijnlijk niet, maar Maria laat het over zich heen komen.

De herders zijn enthousiast, onder de indruk van hún ervaring met de engel en willen dit bijzondere kindje met eigen ogen zien. Toen de herders Jezus zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd – namelijk dat dit kindje hen zal redden: dat hij de langverwachte Messias zal zijn! Het volk Israël keek al generaties uit naar de Messias, want ze hoopten dat deze grote leider hen zou bevrijden van de onderdrukking. Iedereen stond verbaasd over wat de herders zeiden, maar Maria – “Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken.”

Het hart van Maria, dit moet vast een groot hart zijn. Maria ervoer de ruimte in zichzelf om deze gebeurtenissen over zich heen te laten komen. Om het licht te koesteren.

Ze heeft net een kindje op de wereld gezet, ze is moe, de kwetsbaarheid van nieuw leven overrompeld haar. Terwijl ze haar zoon Jezus nu echt in haar handen heeft, denkt ze terug aan de woorden van de engel. “Zoon van de Allerhoogste, de troon van David, koningschap zonder eind.”

Een contrast met de realiteit: ze heeft hier een klein, volledig afhankelijk baby’tje in haar handen.

En dan wordt ze door het kraambezoek, de herders, weer herinnert aan hoe speciaal dit kind is en zal zijn. Bevestiging uit onverwachte hoek. De grote woorden, de man die haar zoon – nu nog dit mini-mensje – zou gaan worden… Ze bewaarde de woorden in haar hart.

We hebben vandaag ook psalm 97 gelezen. Een jubel-Psalm waarin gezongen wordt over vreugde, juichen, licht, trouw, rechtvaardigheid en de overrompelende goedheid van de Eeuwige. Een extraverte, jubelende tekst. Vol geloof en vertrouwen wordt er uitgekeken naar een nieuwe tijd. “Verheug u, verzet u tegen het kwaad, vertrouw en behoedt het licht dat de Ene geeft,” zegt de psalmist. Door het kwade te schuwen, krijgt licht en krijgt leven de ruimte.

De grootsheid en macht van de Eeuwige worden in de psalm bezongen. Opnieuw grote woorden – net als in de teksten over de geboorte van het kindje. De engel vertelde in grote woorden over Jezus: ”Zoon van de Allerhoogste, de troon van David, koningschap zonder eind.” En de herders hebben die nacht beloftes over Jezus gehoord van de engel. Ook hoge verwachtingen: deze Jezus is namelijk de Messias, jullie redder.

En hier, temidden van al deze grote woorden, is Maria. Nog zó jong, maar haar dappere, dienende hart is vervuld met verwondering en dankbaarheid. Maria die dit over zich heen laat komen en dit kindje in haar handen heeft.

De houding van Maria, die de woorden hoort, deze woorden bewaard, ‘er een nachtje over slaapt’. Maria die de woorden doorleeft, het oordeel uitstelt en haar hart – vooral in het hier en nu – laat vullen met liefde voor dit kleintje.

Het zou vast verlammend en vermoeiend zijn voor Maria om steeds te moeten beseffen hoe belangrijk haar zoontje is. Wat er op het spel staat. Wát een verantwoordelijkheid om de Messias op te voeden. Hoe doe je dat, in vredesnaam?!

Ik denk dat Maria in haar hart besefte dat dit niet haar verantwoordelijkheid was, maar dat het goede nieuws, via haar en haar zoon zou komen. Het ging om het grotere plaatje, het plan van God om hoop te brengen. Maria was beschikbaar en bereikbaar, en kon op die manier God-met-ons, borstvoeding geven.

Het lijkt alsof er in het hart van Maria ruimte is voor de tegenstellingen, voor het grote én voor het kleine. Hoge verwachtingen én tegelijkertijd de nuchtere zorg.

Dit kindje is misschien wel de Messias, maar moet ook elke drie uur drinken en verschoond worden.

Vandaag, met kerst, komt het grote en het kleine samen in Jezus – maar ook in Maria. Maria laat ons zien hoe dit naast elkaar kan bestaan. Er is ruimte voor het uitbundige, voor de grote woorden, maar ook evenveel ruimte voor het kleine: het kwetsbare, voor behoeden, in het hart.

Het lijkt een tegenstelling, maar het machtige kan één worden, samensmelten, met het kleine. De grote woorden van de engel, de woorden van de herders, van de psalmist – díe woorden, worden realiteit in het klein.

Hoop vindt een weg door een onbekend meisje en haar verloofde, een timmerman. De almacht van de Eeuwige, wordt een baby’tje in een voederbak.

En zo is er ruimte in het kerstverhaal. Ruimte voor groot, voor klein, voor het machtige, voor het kwetsbare. Een ruimte waar het licht kan komen.

Er is ruimte voor ietwat lompe herders, ruimte voor wijzen uit het Oosten. Ruimte voor een zwijgzame Jozef, ruimte voor jubelende engelen. Ruimte voor dapper vertrouwen, ruimte voor stille twijfel. Ín Jezus is ruimte voor het kleine, maar ook (ruimte) voor de belofte van de Messias.

De ruimte die kerst ons laat zien is te breed, te groots, te overweldigend, met té veel tegenstellingen, om volledig met ons hoofd te kunnen begrijpen. God in een voederbak – dat is absurd, dat is niet kloppend te maken in ons hoofd.

Maar misschien is dat precies te bedoeling. Want; kan ons hart ruimte bieden, als het niet in ons hoofd past? Misschien is er ruimte voor het mysterie in ons hart – kunnen deze woorden wortelschieten in ons hart. Het ‘gebeuren’, de beweging, van dit mysterie; dat God mens wordt, steeds weer, verlangt naar de ruimte van ons hart. Een ruimte zonder grenzen.

Het verhaal van kerst proberen we zo vaak te begrijpen met ons hoofd, maar ik denk dat de hoop en het licht van kerst vooral gezien en ervaren wordt door ons hart. Zoals ons hart vervuld kan zijn met liefde, met verwondering, met licht.

Laat de boodschap van kerst dus niet te gemakkelijk zijn, kauw er op, laat het sudderen en afdalen, zodat het mysterie deel kan worden van ons zijn. Dat het een doorleefd geheel kan worden, omdat deze woorden in ons hart bewaard en gekoesterd worden.

De woorden van de Ene mogen ‘door-echoën’ in de ruimte van ons hart.

En in deze echo, in de ruimte van ons hart, kunnen we dichtbij de houding van Maria komen. Maria die de grote beloften, de grote woorden over haar kleine zoontje, bewaarde in haar hart. Maria die laat zien hoe ruim een mensenhart kan zijn.

Maria die ruimte maakte in haar hoofd, hart én buik – voor Immanuel: God met ons.

Laat deze kerst ons hart vervuld raken van het mysterie van Jezus. De Ene die inbreekt, dichtbij komt en mens wordt in het kleine. De Eeuwige, als baby in de armen van Maria.

Licht dat doorbreekt op plekken waar we het niet verwachten. Liefde, te groot om met ons hoofd te vatten. Dat verlangt te stromen dóór onze harten, naar deze wereld. Zodat wij de moed ontvangen om zelf Hoop te zijn, voor de mensen om ons heen. Om met hetzelfde, nederige, hart als Maria, ons leven in het licht te stellen van de Eeuwige. Om leven te brengen op donkere plekken. Om Liefde, Hoop en Licht te delen.

Laat het zo zijn.