terugblik op Doodgewoon, een project over dood en leven in de Janskerk
De hele maand november stond de EUG-Janskerkgemeenschap in het teken van dood en leven, in vieringen en doordeweekse activiteiten.
Een klein groepje had het thema gekozen en voorbereid, rond het boek Doodgewoon van Bette Westera. Doodgewoon is een kinderboek met lichte gedichten over de dood (het won in 2014 de Gouden Griffel).
De projectgroep heeft samen met de dienstdoende pastores de plannen besproken en de lijnen uitgezet. Door de uitgever van Doodgewoon is er een mooie flyer ontworpen met het hele programma.
De eerste viering was op 4 november, Allerzielen. Op 28 november sloot het project met de Japanse film Departures.
Behalve vier vieringen was er een avond met Christa Anbeek en Bette Westera, er was een film over de dood, een dansavond in de Janskerk en een avond over rouw voor ouders van kinderen in de basisschoolleeftijd.
Tijdens de vieringen was er een boekentafel, en op de Oudegracht was een expositie van originele illustraties uit Doodgewoon.
Op 29 november hebben we teruggeblikt, in dankbaarheid en verwondering.
Dankbaarheid, omdat we het thema ’dood’ op een lichte manier in de EUG hebben kunnen inbrengen en bespreekbaar maken.
Verwondering, omdat er veel mooie dingen gebeurden die we niet hadden voorzien. Omdat de sfeer in de voorbereidingen en tijdens de vieringen zo fijn was. En omdat er zoveel positieve reacties kwamen, mondeling, per mail en in het reactieboek.
Er waren een paar rode draden, waardoor de vieringen en activiteiten met elkaar verbonden werden.
Het boek Doodgewoon
Elke zondag werden er een of meer gedichten ten gehore gebracht, gezongen, voorgedragen door Bette of in de overweging. Ook bij het verhaal voor de kinderen werden de gedichten gebruikt. Op de liturgie was steeds een illustratie uit het boek afgebeeld, en het stond ook geopend op een lezenaar. De Bijbel kan best wat hulp gebruiken…
‘Als je nou eens niet kon sterven,
zou je dan gelukkig zijn?’
‘Ik ben niet bang om dood te gaan,
de dood is maar voor even.
Gaan sterven voelt als slapengaan,
om eens weer op te mogen staan
ooit, in een ander leven.’
‘Ik ruik je in het fluitenkruid
en in de berenklauw.
Overal en nergens
ruik ik jou.’
‘Is er lezen na de dood?’
Het cycluslied van Hein Stufkens,
dat elke zondag gezongen werd, maar steeds op een andere plek in de viering (als opening, als acclamatie, in de kring):
Laat ons maar van liefde zingen
Laat ons maar de dood weerstaan
Laat ons maar elkaar omringen
met de moed om door te gaan
De boom
In plaats van bloemen voor in de kerk was er een boom, geschonken door beeldend kunstenaar Jules Enneking. Elke week was de boom op een andere manier versierd, afhankelijk van het aspect van de dood dat werd belicht:
- rouw en rituelen: rode rozen in de boom
- vergankelijkheid: gekleurde herfstbladeren
- het leven vieren: slingers
- leven na de dood: engelen en sterren
We hebben weer ervaren dat niet alles met woorden gezegd kan en hoeft te worden. De stilte heeft gesproken, de beeldende kunst, film, dans, muziek, de boom, een ritueel rond het graf op het hoogkoor, waarop kinderen het leven vierden met bloemen, lichtjes en koekjes, en vrolijke kleurplaten van schedels!
En we hebben ervaren dat bezig zijn met de dood vooral is: bezig zijn met leven!