Ook komende zondag komt de Oecumenische Janskerkgemeente weer bijeen. En waar gaat het zondag over? In de cyclus De vele gezichten van Jezus zijn we uitgekomen bij het thema Trouw. We lezen Marcus 2, 1-17 vanuit de vraag of we trouw zijn aan onszelf en of we de trouw in een ander herkennen?

We zingen onder meer Jij stem van ver (de Vries/Leeuwenhage) en Dat je de weg mag gaan (Govaart/den Arend).

Voorganger is Mattijs Jonker. Jacco Calis is cantor, op klavier begeleid door Dineke van der Lei

De viering vindt plaats in de Janskerk te Utrecht en begint om 10.45 uur met inzingen.

Je kunt hier online mee vieren

 

Trouw & Loyaliteit

In de lezing van komende zondag klinkt voor de eerste maal de term “Ben Adam” Zoon van mensen, Mensenkind. Jezus zegt dat over zichzelf als legitimatie voor wat hij doet. De term is afkomstig uit een visioen in het boek Daniel (7,13-14, waarin gesproken wordt over een Mensenzoon die de volmacht en het koningschap wordt gegeven als aan een oude van dagen.
Daarin wordt de trouw van Jezus zichtbaar aan zijn roeping: Mensen werkelijk zien, helen en in beweging zetten. Dat doet hij akelig concreet: door te eten met tollenaars en zondaars, door te genezen en te vergeven. Er is het ontzag en enthousiasme van de menigte, die hem toejuichen. Tegelijk is in hun uitroep ook voelbaar dat dat wat Jezus doet en teweegbrengt buiten de orde is, dat het schuurt met hoe het altijd gaat en alleen daardoor al dicht op de huid komt. De schriftgeleerden zitten klem tussen loyaliteit aan wat hen geleerd is en overgedragen. De orde die hen dierbaar is en het recht dat daarmee samenhangt in een samenleving, waarin ziekte, schuld, zonde, boete en vergeving nauw met elkaar verweven zijn. De woorden van Jezus breken daarop in.

Trouw aan jezelf en aan de ander

Trouw zijn ook de vrienden die de verlamde met zich meedragen, door het dak laten zakken, bij hem blijven, niet alleen laten in zijn verlamming en onbeweeglijkheid. De verlamde man zelf, zoals zo vaak, krijgt geen naam en gezicht in het verhaal. Jezus ziet hem, noemt hem ‘kind, uw zonden zijn vergeven’, en zegt ‘Sta op, neem matras en ga naar huis’. Jezus tilt hem daarmee op: door te zien wie hij is, door zijn verlamming heen, en dat brengt hem in beweging, is nieuw perspectief mogelijk.
Wanneer zijn wij trouw aan onze roeping en herkennen wij de trouw in een ander? Wat als die trouw ons van de gebaande paden doet afwijken?

Leerhuis

Parallel aan deze cyclus loopt een leerhuis ‘De vele gezichten van Jezus’ waarin we denkend en voelend stilstaan bij de beelden over Jezus uit onze kindertijd en spiegelen we ons aan beelden van Jezus uit andere tradities en culturen, bv Jezus als bodhisatva en Jezus in de kunst.