Een steen
Een steen in de beek verveelt zich niet,
water glijdt langs en groet vluchtig,
hij blijft in beweging van denken, omspoeld
door suggesties, geduldig geslepen. Daar
ligt hij, vast in de bocht, schijnt de zon
een vrolijk tafereel: een steen die zich
niet verveelt, die ziet hoe het toegaat,
verandert, verdwijnt en aldoor bestaat.