Thema: Wie Mij kent, dwaalt niet in duisternis
Voorganger: Kees van der Zwaard
Lezing: Johannes 8: 12 – 20

De icoon van Christus als Pantocrator, als Albeheerser, is een van de belangrijkste in de orthodoxe iconografie. We zien Christus afgebeeld ongeveer tot Zijn middel terwijl Hij een gezegend gebaar maak met Zijn ene hand en een opengeslagen of dicht evangelieboek vasthoudt.
De kleuren van de kleding geven de twee naturen van Jezus aan, Zijn menselijke en Zijn goddelijke. Het rode of gouden onderkleed staat voor de goddelijke natuur. Het blauwe bovenkleed voor Zijn menselijke natuur.  De twee naturen worden ook aangegeven in het aureool rond het hoofd van Christus. (niet op elke icoon van de Christus Pantocrator is dat even goed te zien…..) Zo staat er HO OON (De Zijnde). Links en rechts van het hoofd staat IS XS ( Jezus Christus).
Deze icoon is in de oosters Orthodoxe kerken heel belangrijk door het alles overstijgende van wat Christus symboliseert. Het Boek dat verwijst naar het vleesgeworden Woord, is onlosmakelijk verbonden met Jezus. De getuigenis die Jezus geeft over wie Hij is en hoe dat Licht zal werpen over alles, is de boodschap die door moet schijnen door deze afbeelding. Als we kijken naar deze icoon, wie zien we dan? De mens of de God? Zien we iets hoogverheven of een zegenende hand? Zien we een boek of ogen?