Voorganger: Mattijs Jonker
Thema: De berg, daar gebeurt het!
Lezingen: Psalm 24,1-5 en Johannes 6, 1-6
In de Bijbel wordt regelmatig een berg opgegaan en afgedaald. We hebben dan ook een hele berg aan beroemde bergen: Ararat, de berg Karmel, Tabor, Golgotha, de Olijfberg, de Horeb, Sinai, Moria, die onbekende Berg van de zaligsprekingen en de naamloze die beklommen en overwonnen moet worden. En op die bergen gebeurt altijd iets: Mozes en Elia ontvangen Gods openbaring op hun berg. De Geopenbaarde straalt op de berg Tabor en de Mensenzoon geeft Zijn leven op de schedelplaats Golgotha. Voedsel voor lichaam en geest komt vanaf een berg, zij zijn een beeld voor Gods gerechtigheid, een plaats van kracht en bescherming, van openbaring en aanbidding. Bergen markeren keerpunten in het verhaal van God met mensen. Meer persoonlijk zijn bergen voor ons dagelijks leven een herkenningspunt (en dan telt een heuvel in Nederland ook als berg). Bergen kunnen ook een beeld van tegenstand zijn, van moeite en van overwinning. Bergen hebben iets te maken met heerschappij, met koningschap en dan is de stap naar een berg als een beeld van Christus misschien ook minder groot. Het is Jezus zelf, die vaak een berg uitkiest op cruciale punten in zijn leven, zoals het uitspreken van de zaligsprekingen.
Er gebeurt iets, als iemand in de Bijbel een berg op of weer af gaat. Mountains are the place to be!
Het lied ‘Climb every mountain’ uit de musical ‘The sound of music’, raakt daar iets aan.