Met Pinksteren wordt er in de liturgie vaak deze sequens gezongen.
Het is een prachtige tekst om als gebed tot de Heilige Geest te bidden en de overdenken.

Veni, Sancte Spiritus,
et emitte caelitus
lucis tuae radium.
Veni, pater pauperum,
veni, dator munerum
veni, lumen cordium.
Consolator optime,
dulcis hospes animae,
dulce refrigerium.
In labore requies,
in aestu temperies
in fletu solatium.
O lux beatissima,
reple cordis intima
tuorum fidelium.
Sine tuo numine,
nihil est in homine,
nihil est innoxium.
Lava quod est sordidum,
riga quod est aridum,
sana quod est saucium.
Flecte quod est rigidum,
fove quod est frigidum,
rege quod est devium.
Da tuis fidelibus,
in te confidentibus,
sacrum septenarium.
Da virtutis meritum,
da salutis exitum,
da perenne gaudium.

Kom o Geest des Heren,
kom – uit het hemels heiligdom,
waar Gij staat voor Gods gezicht.
Kom der armen troost, daal neer,
kom en schenk uw gaven,
Heer, kom wees in de harten licht.
Kom o Trooster, Heil’ge Geest,
zachtheid die de ziel geneest,
kom verkwikking zoet en mild.
Kom o vrede in de strijd,
lafenis voor ‘t hart dat lijdt,
rust die alle onrust stilt.
Licht dat vol van zegen is,
schijn in onze duisternis,
neem de harten voor U in.
Zonder uw geheime gloed
is er in de mens geen goed,
is de ziel niet rein van zin.
Was wat vuil is en onrein,
overstroom ons dor domein,
heel de ziel die is gewond,
Maak weer zacht wat is verstard,
koester het verkilde hart,
leid wie zelf de weg niet vond.
Geef uw gaven zevenvoud,
ieder die op U vertrouwt,
zich geheel op U verlaat.
Sta ons met uw liefde bij,
dat ons einde zalig zij,
geef ons vreugd die niet vergaat.