Christian Wiman schrijft in Mijn heldere afgrond: De eindeloze, nutteloze drang om het leven in zijn geheel te beschouwen, om een adelaarsblik op onszelf te werpen en een oordeel te vellen over de reikwijdte van wat we hebben gedaan of nagelaten; dit is het leven als landschap, of het leven als samenvatting. Maar leven is iets groeiends, en hoewel een waardevol leven een samenraapsel is van alles wat je bent, goed en slecht, succesvol en niet, – de paradox is dat nooit echt dit ene ding te zien krijgen dat al onze aangroeisels (en ontgroeisels, neem ik aan) samen opgeteld zijn. ‘Vroeg krijgen we een roeping’, schrijft Czeslaw Milosz, ‘maar het blijft onbegrijpelijk, / en pas veel later ontdekken we hoe gehoorzaam we zijn geweest.’ (p.193)
Komend seizoen beschouwen we het samenraapsel, dat ons leven is. Aan de hand van thema’s verkennen we ons mens-zijn.
De maand september is het thema: roep.
De maand oktober is het thema: cel.
De maand november is het thema: rouw en troost.
De maand december is het thema: avontuur.
De maand januari is het thema: inzicht.
De maand februari is het thema: ascese.
De maand maart is het thema: strijd
De maand april is het thema: zegen.
De maand mei is het thema: oogst.
De maand juni is het thema: zijn.
Per thema reiken we woorden, beelden en klanken aan ter inspiratie. Elke week iets anders, altijd gevarieerd, Inderdaad: een samenraapsel. Fragmenten om zelf op te kauwen en om één keer per maand met elkaar te bespreken en te verkennen: wie ben ik in dit thema?
Kees van der Zwaard en Elise Woertman