Levenskunst
Jaarprogramma 2023-2024Levenskunst – een retraîte
Christian Wiman schrijft in Mijn heldere afgrond: De eindeloze, nutteloze drang om het leven in zijn geheel te beschouwen, om een adelaarsblik op onszelf te werpen en een oordeel te vellen over de reikwijdte van wat we hebben gedaan of nagelaten; dit is het leven als landschap, of het leven als samenvatting. Maar leven is iets groeiends, en hoewel een waardevol leven een samenraapsel is van alles wat je bent, goed en slecht, succesvol en niet, – de paradox is dat nooit echt dit ene ding te zien krijgen dat al onze aangroeisels (en ontgroeisels, neem ik aan) samen opgeteld zijn. ‘Vroeg krijgen we een roeping’, schrijft Czeslaw Milosz, ‘maar het blijft onbegrijpelijk, / en pas veel later ontdekken we hoe gehoorzaam we zijn geweest.’ (p.193) Komend seizoen beschouwen we het samenraapsel, dat ons leven is.
Thema’s
Aan de hand van thema’s verkennen we ons mens-zijn.
- De maand september is het thema: roep.
- De maand oktober is het thema: cel.
- De maand november is het thema: rouw en troost.
- De maand december is het thema: avontuur.
- De maand januari is het thema: inzicht.
- De maand februari is het thema: ascese.
- De maand maart is het thema: strijd.
- De maand april is het thema: zegen.
- De maand mei is het thema: oogst.
- De maand juni is het thema: zijn.
Per thema reiken we woorden, beelden en klanken aan ter inspiratie. Elke week iets anders,
altijd gevarieerd, Inderdaad: een samenraapsel. Fragmenten om zelf op te kauwen en om
één keer per maand met elkaar te bespreken en te verkennen: wie ben ik in dit thema?
Het hele programma is te lezen in deze folder over Levenskunst
Contact
Mei
TIJDLOOS LIED
Dieper dan de brandhaard in het vuur is,
dieper dan in de tyfoon de stilte,
was jij in mij die niet in mijzelf was,
dieper dan de zielen in mijn lichaam.
Uitgehakt als stenen uit een rotswand
was ik lichtloos dicht als steen van binnen,
vlakte, wind van lege woorden.
Maar nog was jij dichterbij me dan ik ik ben.
Dieper dan de stormhaard in de vuurzee,
hoger dan een rotsgebergte zonlicht,
hoger klank dan oren kunnen horen,
hoger woord dan klanken kunnen dragen,
hoger dan mijn steilste hoogte ben jij,
dieper in mij dan mijn diepste zelf.
Huub Oosterhuis
https://open.spotify.com/track/5WS0G3fkrAXwpx9irathsh
Ik weet niet wie – of wat – de vraag stelde. Ik weet niet wanneer hij gesteld werd. Ik herinner me niet dat ik antwoordde. Maar eens zei ik ja tegen iemand – of iets. Vanaf dat moment heb ik de zekerheid dat het leven zinvol is en dat mijn leven daarom, in onderwerping, een doel heeft.
Verder op de weg leerde ik stap voor stap, woord voor woord, dat achter iedere zin van de held van het evangelie een mens staat en de ervaring van een man. Ook achter het gebed dat de kelk aan hem voorbij mocht gaan en de belofte om hem te ledigen. Ook achter ieder woord op het kruis.
Dag Hammarsjkold
Wat is Oekraïne?
Je kunt er een mythe van maken,
een bloeddoorlopen bodem
waaruit zuchten opkomen als wolken
stemmen resoneren als edele herten
klaprozen uitgroeien tot opstanding.
Je kunt op het slagveld blijven
van weg is weg en dood is dood.
Je kunt er een land van maken
met één geschiedenis richting
de fabel van triomf en furore.
Je kunt ook stoppen met liegen
en stilstaan bij mensen die voorbij
hun verbijstering en verder dan hun
bedenkelijkheid niets liever willen
dan een goed leven in vrede.
Gebruik de resterende taal dan
voor de verkenning van ‘goed’.
Kees van der Zwaard
Mei: Oogsten
Cycli: Tot zegen zijn, In wind en vuur
Mooi
Maarten van Roozendaal – Om te janken zo mooi
Wat bestaat
Het gaat niet om het doel
en zelfs niet om de weg
het gaat om dat onuitsprekelijke
onvergankelijke ogenblik
waarin ik versteld sta
van wat ik hoor en zie:
een lichtval, zingende vogels
de oogopslag van een kind
de oude hand van een bedelaar
het silhouet van een stadje
de samenhang van dit alles.
Onvoorstelbaar is alles wat bestaat
ik doorgrond het niet,
maar buig mij voor de Heilige.
Catharina Visser
Spinvis: Wat blijft
April: Zegenen
Cycli: Liefdesvuur dat ons doordringt, Tot zegen zijn
Een zegen voor de vriendschap
Moge u gezegend zijn met goede vrienden.
Moge u leren een goede vriend voor uzelf te zijn.
Moge u kunnen reizen naar die plaats in uw ziel waar veel
liefde, warmte, gevoel en vergeving is.
Moge dit u veranderen.
Moge het dat wat negatief, afstandelijk en kil in u is,
veranderen in wat positief, nabij en warm is.
Moge u worden gebracht tot de ware hartstocht, verwantschap
en verbondenheid van uw saamhorigheid.
Moge u uw vrienden koesteren.
Moge u goed voor hen zijn en moge u aanwezig voor hen zijn;
mogen zij u alle zegeningen en uitdagingen, elke waarheid en
elk licht schenken die u voor uw reis echt nodig hebt.
Moge u nooit alleen zijn.
Moge u altijd verblijven in het zachte nest van verbondenheid
met uw anam cara.
(John O´donohue uit Anam Cara)
Een zegen voor de eenzaamheid
Moge u in uw leven de tegenwoordigheid, de kracht en het licht
van uw ziel beseffen.
Moge U inzien dat u nooit alleen bent,
dat uw ziel in haar helderheid en verbondenheid met u u nauw
verbindt met het ritme van het heelal.
Moge u respect hebben voor uw eigen individualiteit en anders-
zijn.
Mogen u beseffen dat de vorm van uw ziel uniek is,
dat u hier een speciale bestemming hebt,
en dat er achter de façade van uw leven iets schoons, goeds en
eeuwigs plaatsvindt.
Moge u leren uzelf te zien met dezelfde blijdschap, trots en
verwachting waarmee God u op elk moment ziet.
(John O´donohue uit Anam cara)
Een zegen
Moge het licht van uw ziel u leiden.
Moge het licht van uw ziel het werk dat u doet,
zegenen met de verborgen liefde en warmte van uw hart.
Moge u in wat u doet de schoonheid van uw eigen ziel zien.
Moge de heilogheid van uw werk genezing,
licht en vernieuwing brengen aan de mensen die met u samenwerken
en aan hen die uw werk zien en ontvangen.
Moge uw werk u nooit vermoeien.
Moge het in u bronnen van verfrissing, inspiratie en geestdrift
doen ontspringen.
Moge u aanwezig zijn in wat u doet.
Moge u nooit verloren raken in de eentonigheid van uw afwezigheid in wat u doet.
Moge de dag u nooit tot een last worden.
Moge de dageraad u wakker en oplettend aantreffen en moge de
nieuwe dag dromen, mogelijkheden en beloften voor u in petto hebben.
Moge de avond u dankbaar en vervuld aantreffen.
Moge u gezegend, beschut en beschermd de nacht ingaan.
Moge uw ziel u rust geven, troosten en vernieuwen.
(John O´donohue uit Anam cara)
Een zegenwens voor de zintuigen
Moge uw lichaam gezegend zijn.
Moge u beseffen dat uw lichaam een trouwe en goede vriend is
van uw ziel.
En moge u vrede en vreugde kennen en inzien dat uw zintuigen
heilige poorten zijn.
Moge u beseffen dat heiligheid oplet, kijkt, voelt, hoort en
aanraakt.
Mogen uw zintuigen u tot uzelf brengen en u thuisbrengen.
Mogen uw zintuigen u altijd in staat stellen het heelal en het
mysterie en de mogelijkheden die besloten liggen in uw
tegenwoordigheid hier te prijzen.
Moge de Eros van de aarde u zegenen.
(John O´donohue uit Anam cara)
Maart: Strijd
Cycli: Liefdesvuur dat ons doordringt, Tot zegen zijn
Jorge Luis Borges
(Vertaling ‘Tertulia’ Benita Wiessing)
Christus aan het kruis
Christus aan het kruis.
Zijn voeten raken de grond.
De drie stukken hout zijn van gelijke hoogte.
Christus is niet de middelste. Hij is de derde.
De zwarte baard hangt over zijn borst.
Zijn gezicht is niet het gezicht van de bidprentjes.
Het is wrang en joods. Ik kan het niet zien
en ik zal het blijven zoeken tot de laatste
dag van mijn voetstappen op aarde.
De man, gebroken, lijdt en zwijgt.
De doornenkroon doet hem pijn.
Tot hem dringt niet de hoon door van het plebs
dat zijn doodsstrijd al zo vaak heeft gezien.
Die van hem of een ander. Het maakt niet uit.
Christus aan het kruis. In verwarring
denkt hij aan het koninkrijk dat hem misschien wacht,
denkt hij aan een vrouw die niet de zijne geweest is.
Het is hem niet gegeven de theologie te zien,
de ondoorgrondelijke Drieëenheid, de gnostici,
de kathedralen, het scheermes van Occam,
het purper, de mijter, de liturgie,
de bekering van Gudrun door het zwaard,
de Inquisitie, het bloed van de martelaren,
de gruwelijke kruistochten, Jeanne d’Arc,
het Vaticaan dat legers zegent.
Hij weet dat hij geen God, dat hij een mens is,
die sterft met deze dag. Dat telt niet voor hem.
Voor hem tellen alleen de harde ijzeren spijkers.
Hij is geen Romein. Hij is geen Griek. Hij kreunt.
Hij heeft ons prachtige beeldspraak nagelaten
en een leer van vergeving die het verleden
kan uitwissen. (Die spreuk
heeft een Ier geschreven in een gevangenis.)
Zijn ziel zoekt het einde, haastig.
Het schemert. Hij is al gestorven.
Er loopt een vlieg over zijn roerloze vlees.
Wat heb ik eraan dat die mens
heeft geleden, als ik nu lijd?
Waarom heb je mij verlaten?
God mijn God
jij laat mij in de steek.
God mijn God
jij laat mij vallen.
Jij houdt je mond
en nergens vind ik troost.
God mijn God
ik zak weg in het donker.
God mijn God
hoe hard ik ook schreeuw.
Jij blijft maar zwijgen
als ik roep in de nacht.
Ouders en grootouders hadden hele verhalen
van ‘God is getrouw’ en ‘Hij helpt uit de nood’.
Uit het hoofd kenden wij die liederen
van ‘Lof zij de Heer, de almachtige Koning en Verlosser’.
Dat gaat nu niet meer op.
God, mijn God
ze doorboren mijn handen.
God, mijn God
ze doorsteken mijn hart.
Ze kraken mijn lijf
en jij bent zo ver weg.
(Uit: Karel Eykman, Een knipoog van u zou al helpen. Bij iedere psalm een gedicht)
Februari: Ascese
Cyclus: Gelijkenissen, Liefdesvuur dat ons doordringt
uit: ‘leven als een kluizenaar, wijze lessen voor alledag’ van B. Standaert
“Verstillen dankzij de afzondering. Naar binnen trekken, gezien de keuze om het op
die ene plaats uit te houden. Bezinnen en bezinken. Een woestijnvader zei: ‘Kom naar
de woestijn met je glas water waarin behoorlijk veel zand gevallen is. Laat nu maar
het zand bezinken. Stop met roeren in je glas! Licht komt binnen in je verhaal. Je ziet
de korrels op de bodem van het glas. Door niets te doen komt er helderheid in je
leven, Vertrouw daar op.”
Stilleven, door Willem Althuis
Volodymyr the Great – Marco Baas
Wie is Volodymyr?
Voor zover bekend was zijn moeder geen maagd en was er geen engel die haar bevruchtte – al kan de overlevering ons te zijner tijd nog andere info influisteren. Misschien was er een geest, maar dan wel één met Januskop – zoals elke verwekking gepaard gaat met komedie en tragedie. Aan de twaalfjarige clown van de klas werd een grote toekomst voorspeld. Aldus geschiedde.
De verhalenman ging in zaken. De zakenman deed in verhalen. Totdat zijn zaak zijn verhaal en zijn verhaal zijn zaak werd.
Vice versa ingehaald door Dienaar van het volk werd hij ingehaald als Dienaar van het volk. Van rijke loser tot gekozen lege huls.
Toen de kogel van de oorlog die huls vulde begonnen er uitspraken te circuleren als heilige woorden: ‘Ik hoef geen lift. Ik heb wapens nodig.’ ‘Ik blijf hier. In Kiev. Op de Bankovastraat. Ik verstop me niet en ik ben bang voor niemand.’ ‘Ik ben misschien niet de sterkste strijder maar ik ben niet bereid iemand te verraden.’ ‘Hang geen foto’s van mij op. Neem foto’s van je kinderen. Kijk daarnaar voordat je een beslissing neemt.’
Stemmers werden volgelingen: ‘Omdat hij is gebleven hopen we nog steeds dat we winnen.’ Zijn dwingende ‘ik wil het’ klonk minder sacrosanct, maar volgens voorlichters was die uitspraak apocrief. Zeg nou zelf: dit is de man die zich uitspreekt bij elke gebombardeerde flat. ‘Dit was mijn huis.’ Bij iedere dode man op straat. ‘Dit was mijn vriend.’ Profeten wagen zich aan opties voor zijn laatste woorden. ‘Dit was mijn lichaam.’
Zijn vrouw bidt dat de V.S of de E.U. geen ezel voor een intocht leveren. Zijn dochter speelt, zo traag ze kan, met een matroesjka van holle lijkkisten. Gelukkig is ze nog niet aangekomen bij de laatste huls, de leegte.
Januari: Inzicht
Cyclus: avonturiers onder een open hemel, Gelijkenissen
In zijn bewerking van psalm 121 – een pelgrimslied – zet Arvo Part de tekst op steeds dezelfde toonhoogte (met soms een octaaf verschil). Maar de instrumentele omgeving zorgt steeds voor een nieuw verband waarin de woorden klinken. Een fascinerende vertolking van een levensreis en een levensvraag, waarbij de reiziger tegelijk zichzelf blijft en verandert.
gebed voor dit lijf
mijn hoofd is los
heb ik mijn gedachten afgezet?
of is mijn ego in de wolken?
geen idee hoelang ik al zo ben
de tijd heeft mij bekropen
armen, benen weggenomen
torso ben ik, zonder tast
lichaam zonder grond
een mensje loos
begin in mij een goed verhaal
waar en heel, met kop en staart
waarin ik mijn vingers spits
in de richting van omarmen
waar mijn tenen tippen aan de bron
en het lef ontspringt te lopen
naar de plek waar mijn verloren hoofd
in kan dalen als een open mind
Kees van der Zwaard, 24 september 2022
‘De verloren zoon’ – Johannes Wickert
Wat wilde ik?
Die vraag heb ik mijzelf vaak gesteld.
Ik wilde vrij zijn:
Dat is het makkelijke antwoord.
Vrij zijn is niet moeilijk om te willen.
Wel om te zijn.
Ik wilde zelf.
Ik wilde alleen.
Wist ik wat ik wilde?
Nee.
Tot ik het was.
Alleen.
Echt alleen.
Helemaal alleen.
Zonder enige verbinding.
kaal
ik loop door landschap na landschap
hoe verder mijn zicht, hoe ruimer mijn adem
vooral in kale bergen, op vale heuvels
tegen grauwstenige hellingen leef ik op
ook rivieren lopen in die lijn
water speelt graag met leegte
wat is dat toch, dat thuis zijn op terrein
onuitgesproken, oningevuld gebied
in werelden die zijn, waar rotsen
liggen om het liggen?
misschien juist dat, het ongevormde
meer de vraag dan het antwoord
meer de kans dan het voorschrift
meer de stilte dan de taal
en zelfs dat niet
December: Avontuur
Cyclus: avonturiers onder een open hemel
O laat mij vrij, fluisterde zij naar boven,
o laat mij vrij, desnoods om kwaad te doen.
Laat mij luid spreken, ook al zou ik liegen,
geef mij te eten, drinken, ook al zou ik spugen,
liefhebben, zelfs al zou ik ontrouw zijn.
Ik vast te lang en haat de geur der heiligheid,
ik ben op slot en haat de veiligheid.
Ik lig als Gulliver gebonden
door duizend levende, niet zichtbare en taaie draden.
Maar mogen deze grote voeten niet weer waden
en mijn plat uitgestrekte, open handen
nooit weer iets grijpen, strelen? Dode landen.
Laat mij weer vrij. Ik wil weer rechtop staan
en ga opzij. Dan doe ik minder kwaad,
dan als ik lig gebonden, met die diepe haat
der machtelozen, die alleen maar ogen zijn,
gladde geruisloze, opalen kannibalen.
M. Vasalis, Vergezichten en gezichten, Fragmenten III
de aarde laait
de wereld hijgt
de armoe zaait
en de wind draait.
De wind draait – De Dijk
Annie Heppenstall, The healer’s tree, 75-76.
Rébecca Dautremer: Maria hoort de engel
Maria schrikt
niet van de engel
in verhalen doken ze al eerder op
nu dus hier
niet van de windvlaag
gure tijden waaien vaker door Nazareth
en dit is warm
niet van de ademtocht
zwaar werk leerde haar zuchten
en dit klinkt licht
niet van de groet
wie goed doet goed ontmoet
dag jij!
niet van de aanraking
haar verlangen bestaat al lang
vertelt haar huid
niet van de vleugelschaduw
al wekt die wel verwachting
… en schroom
Maria schrikt
van de wereld achter de woorden:
alles nieuw!?
Kees van der Zwaard
OVER HET DOEN VAN EEN NIEUWJAARSWENS
Bereik eerst overeenstemming over het tijdstip
waarop het nieuwe jaar begint.
1 januari ligt voor de hand, tenzij anders afgesproken
of als je joods bent of chinees of niet aan tijd gebonden.
Vervolgens komt het aan op de afstemming,
de toonsoort van je belangstelling: hoe wens je wie wat?
Zeg je ‘gelukkig nieuwjaar’ – geef dan geen definitie
om te voorkomen dat je niet uit je woorden komt.
‘Veel heil en zegen’ is een oude optie.
Gelieve bij atheïsten dat alleen te denken.
Een wens is geen boodschap.
Verlam creatievelingen niet met ‘doe je ding’.
De verbeelding heeft het al zwaar genoeg.
‘Optimale winstmaximalisatie’ voor kapitalisten
dien je te vermijden – het is gewoon een taalfout.
‘En dat we toffe jongens zijn’ mag je zingen
maar moet steeds opnieuw blijken.
‘Een blessurevrij seizoen’ voor sportievelingen
is aardig, maar pijnloos leven bestaat niet.
Alleen ‘een nieuw jaar’ voor zieken, mogelijk stervenden, kan,
maar vertel dan tegelijk waar je troost vindt.
Niets wensen kan ook.
Blijf dan binnen.
Praat over hoop,
maar geef geen planning.
Wens geluk
en beloof om eerlijk te zijn.
Spreek van verlangen.
Je mag er bij zuchten.
Kies je voor de liefde,
dan zal een kus veel goed doen.
Kees van der Zwaard
Nu, juist nu
Nu, juist nu,
Moeten wij onze energiebalans bewaken
Zorgen voor voldoende inspiratie
Opladen aan onze idealen
Opladen aan elkaar
Opladen aan de natuur
Die prachtige natuur
Die ons draagt,
Ook als wij er een potje van maken
Nu, juist nu,
Is het onze tijd
Onze tijd om te werken
Aan die wereld waarin we geloven,
Waarin we leven in balans met moeder aarde
En iedereen gelijke rechten en bronnen heeft.
Nu, juist nu,
Gaan we niet stoppen
Niet stoppen met waar we aan waren begonnen
Niet stoppen met hopen
Niet stoppen met de schouders eronder.
Nu, juist nu,
Hebben we elkaar nodig
Moeten we samen optrekken
Samen werken aan onze droom
SAMEN,
juist nu.
Doortje ’t Hart, 23 november 2023
November: Rouw en troost
Cyclus: Op de bodem
Allerzielen
Ik mis je dichterbij
ik kan je niet meer voelen
dan hier in mijn gemis
op dit punt van verdwijnen
bezie ik wat er is
ik kan je niet meer raken
jouw leegte woont in mij
ik mis je naar mij toe
ik mis je dichterbij
een oude kleurenfoto
vertelt me hoe het zit
je tinten worden grijzer
vervagen naar zwart-wit
de volle doos op zolder
die jij nog hebt verhuisd
staat daar nu overbodig
bewijs van jouw niet-thuis
ik kijk naar de kalender
van wat ik vroeger had
de dagen worden maanden
ze vallen blad na blad
je ligt tussen de scherven
van wat gevallen is
geen plattegrond verwijst me
geen weg in mijn gemis
ik kan je niet meer voelen
dan nu in dit gemis
op dit punt van verdwijnen
ervaar ik wat er is
ik kan je niet meer raken
jouw leegte woont in mij
ik mis je naar mij toe
ik mis je dichterbij
al leerde ik je kennen
ik word nog steeds verrast
je schiet me soms te binnen
geen beeld waarin jij past
ik zie de lege schommel
in de tuin die bloeit
wonderlijk hoeveel er
om jouw leegte groeit
de lege stoel aan tafel
wacht nog steeds op jou
vreemd is de vervulling
afwezigheid als trouw
mijn handen willen tasten
ik kan er niet goed bij
ongrijpbaar mijn houvast
hoe adem jij in mij
ik kan je niet meer vinden
dan nu in mijn gemis
op dit punt van verdwijnen
voel ik wie er is
ik kan je niet meer raken
jouw leegte woont in mij
ik mis je naar mij toe
ik mis je dichterbij
Kees van der Zwaard
26 oktober 2023
Beeld: Stephen de Staebler
Schraal
Zonder jou –
dat is als de winter
niet te ontkennen, niet
weg te dringen, geen
bloei, geen vruchtdragen
zelfs niet de luister
van stervend blad
de hemel ongenaakbaar
de middag duister
de grond bevroren, geen
vogels, geen lokroep
versteende liefde en overal
diezelfde schrale wind
Dan niet willen bloeien
tegen de strenge wetten in
geen warmte zoeken waar
ik die niet vind
maar buigen met mijn toppen
en schuilen in mijn schors
diep neergaan in mijn wortels
de zuivere sappen proeven
van wat opnieuw begint
verscholen, doodstil het
water putten en omhoog
voeren tot achter
mijn knoppen.
Catharina Visser
Soort
Waarom wij niet bij wanhoop, eender wiens, formaties vormen
zoals eenden eensklaps tegen luchtwerveling.
een v. Misschien een visgraatvloer van wij
honderd dichtstbijzijnden, voeten geschrankt tegen kruinen
zodra een gong weerklinkt waarmee die ene aanvraagt een
tijdelijke bevrijding, evacuatie uit zichzelf naar
‘de soort’. Of haalbaarder: die ene radeloze die zich wurmt
acrobatisch in een reiskoffer die wij dan door- en doorgeven door
straten, met als bestemming slechts zijn onvoorwaardelijke
blijven. Tot hij de koffer openstampt, zichzelf weer aandurft, aan-
vat.
Ruth Lasters, Lichtmeters, Antwerpen 2015, p.15
Beeld: Wout Herfkens
Wij zijn vrij om te kiezen tussen de weg van Job en de weg van de vrienden van Job. Wij moeten het verstand hebben, ik zeg het verstand en niet de moed, om de weg van Job te kiezen. Er is meer nodig dan moed alléén om een weg te gaan die ogenschijnlijk naar niets leidt. Er is meer nodig om over de bodemloosheid van ons eigen dwaasheid te lopen en vervolgens gevonden en gered te worden door God, die ons op deze weg geroepen heeft. Het is noodzakelijk om in te zien, dat als hij ons roept, dit voor ons de enige weg is, die voor ons openstaat. En wat de moed betreft: Hij zal erin voorzien. En Hij zal er vanzelfsprekend eerder in voorzien om de hoop in ons levend te houden, dan omdat wij sterk moeten zijn. Wij moeten er niet van uitgaan dat wij, onszelf onderzoekend, de moed zullen vinden om daar dan weer troost uit te putten. Het beeld van Christus aan het kruis, verlaten, gehuld in duisternis, maar reeds zegevierend, is onze troost.
Thomas Merton, Een leven lang om geboren te worden
De Profundis – Arvo Pärt
Uit de diepte roep ik…
Oktober: Cel
Cyclus: Geroepen worden (Jozef)
Cyclus: tot op de bodem
Deur
De deur sluit zich.
De sleutel draait zich om.
Stilte valt.
Ik kijk om me heen.
Ik kan geen kant op.
Mijn gedachten lopen
tegen de muren
van mijn hoofd.
Een cel kan je leraar zijn.
Ik weet het.
En ik kan knettergek worden.
Ik weet het.
Kees van der Zwaard over Dietrich Bonhoeffer
Steen
stel
mijn cel
is geen ruimte
geen lege doos
maar een steen
massief
een rots
met mij erin
niet versteend
als blok wanhoop
maar ingebed
als deel van dit geheel
stof in stof
wie haalt mij uit die steen?
wie bikt mij vrij?
wie maakt mij tot zijn maaksel?
diep mij op uit dit massief
raak mij met uw scherpte
beitel mij zonder twijfel
vorm mij om
bevrijd mij tot uw mens
maak mij tot uw beeld
en wat word ik dan?
een David?
een nieuwe denker?
of een pièta?
en ben ik dan
de moeder
of de dode zoon?
Kees van der Zwaard over Dietrich Bonhoeffer
Neem dit kleine hart van mij.
Het is alles wat ik heb.
Buiten wordt het langzaam stil en donker in de straat.
Laat me niet alleen.
Tekst en muziek: Alex Roeka
Muren
Zonder voorzorg, zonder medelijden, zonder schaamte
Bouwden ze rondom mij grote hoge muren.
En nu zit ik hier en ben ik in wanhoop.
Aan niets anders denk ik: dit lot verteert mijn geest;
Want veel dingen had ik buiten nog te doen.
O, toen ze de muren bouwden, hoe kon ik er niet op letten.
Maar ik hoorde nooit rumoer van metselaars of geluid.
Onmerkbaar sloten ze mij uit de wereld buiten.
K.P. Kaváfis, Verzamelde Gedichten, Amsterdam 1977, p.41
September: Roep
Verhalende theologie #1
En ik sprak tot hem:
Zijn er antwoorden op dit alles?
En hij sprak:
Het antwoord is in een verhaal
en het verhaal wordt verteld.
En ik sprak:
Maar er is zoveel pijn
En zij antwoordde plompverloren:
Pijn komt nu eemaal voor.
Toen sprak ik:
Zal ik ooit betekenis vinden?
En zij spraken:
Betekenis zul je vinden
waar je betekenis geeft.
Het antwoord is in een verhaal
en het verhaal is nooit af.
Pádraig Ó Tuama
Lees & Luister
Nieuwsbrief
FB-pagina
FB-groep
CHRCH
Wijs
Kerkdienstgemist
YouTube
Contact
Vieringen
Janskerkhof 26, Utrecht
zo. @ 11.00 uur
Secretariaat
Het Simonshuis Maliesingel 63-64, Utrecht
ma. en do. @ 10.00-15.00 uur
Telefoon & Mail
06 461 477 28
secretariaat@janskerkgemeente.nl
Website en social media
06 343 15 967
publiciteit@janskerkgemeente.nl
Blijf in contact
Wekelijks versturen wij een nieuwsbrief met informatie over
de vieringen en activiteiten in onze gemeente.