Inspiratie:
Tijdens de Advent en in de Kersttijd iedere week een tekst ter inspiratie. Deze week bij Psalm 96
Een nieuw lied
‘Wat ben je onrustig, mijn ziel?’
Ja, vind je het gek?
Ik weet niet waar ik mij moet zoeken.
Tussen alle oude liedjes?
In het heilloze refrein uit schorre presidentenkelen?
In vastgestampte ritmes van soldatenlaarzen?
In gesmoorde klaagzang om verdwenen doden?
In etherisch het-komt-goed-geneuzel?
Of in bedorven onderbuikgeborrel?
Al die valse geluiden, die om mijn stemming vechten.
Wat is gebroken schreeuwt onafgebroken,
zucht en snikt en raast en trilt,
kronkelt in mijn afgrond.
Zoveel kromgetrokken, vastgelopen, uitgehold recht.
En de laatste stilte woont al in mijn graf.
Waar moet ik zijn voor dat nieuwe lied?
*
Hoor!
Te midden van tumult,
in een containerwoning,
omarmt een jonge moeder veiligheid
die uitstijgt boven vastgoed.
Ze neuriet op de wijs van kyrieëleis.
Ze verzint het niet, het zingt in haar.
Ontferming zet grote kijkers op.
In een oogwenk van omzien
is ze in haar schulp uit haar schulp.
Hoor, kom en zie!
Een hele wereld.
(Tekst: Kees van der Zwaard)
Gedurende de Advent en de Kersttijd vieren we vanuit de cyclus ontfermen.
Advent wn Kerst: cyclus over Ontfermen
Met de advent begint het nieuwe kerkelijke jaar. Op het moment dat de nachten lang zijn en het licht overdag diffuus aanwezig is, zoeken we in de vieringen naar nieuwe levenskracht. Naar ruimte om op te ademen. Deze advent- en kerstperiode doen we dat aan de hand van psalmen waarin ontferming een rol speelt. In deze psalmen klinkt in verschillende bewoordingen het verlangen door “dat er iemand is die ons blijft zoeken in het diepste duister, die ons op weg wil helpen naar het licht”.
Ontferming vraagt om je te laten raken door een ander. Om hem of haar te zien als beelddrager van de Eeuwige. Om nabij te zijn en ruimte te schenken.
Ontferming vraagt om betrokkenheid op onze wereld om het goede te zien en te koesteren. Om in beweging te komen bij wat onrecht is, wat mensen gevangenhoudt en wat het leven bedreigt.
Ontferming vraagt om je te laten zien met je licht- en schaduwkant, met je pijn en levenslust. Om je in alles gedragen te weten.
Ook in de liturgie vragen we met regelmaat aan de Eeuwige om zich over ons en onze wereld te ontfermen. Daarin klinkt de roep door om ons te zien in onze vreugde en ons verdriet, om het onrecht en de nood op zoveel plekken in onze wereld waar geen pasklare oplossing voor is. Daarin is ons verlangen hoorbaar om niet alleen te zijn, maar in verbinding nieuwe, creatieve wegen te zoeken die naar het leven leiden.
Tussen gezichten
ik kan jou niet zeggen
maar ik kan je zien
hoe zeer jij zwijgt
met je gezicht op mij gericht
kan ik niet anders
dan jou zien
en de Ander die mij
in jouw ogen vraagt
tot op mijn bodem
goed te zijn
zeg maar:
heilig
geen heilige
maar in wezen de bedoeling
om goed te doen
moet ik je zien
jij maakt mij goed
heilig, voor even
ik wist niet
dat ik het in me had
nu wel
dankzij jou
(Kees van der Zwaard uit: Terwijl wij leven)
Zo gaan wij deze advent op weg door de wirwar van onze wereld.
In het duister van de kille nacht zoeken wij momenten van licht en levenskracht, inspiratie
met niets dan in ons hart ‘ik zal er zijn’
De cyclus voor de Advent en Kerst vind je hier.