Ik ben het verborgen vuur in alles, en alles geurt van mij,

en als de adem in de mens, een ademtocht van vuurgloed,

zo leven de dingen en zullen niet sterven,

want ik ben hun leven.

Ik vlam als goddelijk vurig leven

over het pralende arenveld.,

ik glans in de schijn van de vuurgloed,

ik brand in de zon, de maan en de sterren,

in de windvlaag is geheimvol leven van mij

en houdt bezielend alles samen.