Voorganger: Elise Rommens-Woertman
Thema: Aanwezig in afwezigheid?!
Lezing: Psalm 22,1-14
Psalm 22 is een klaagpsalm. De psalmist schreeuwt het uit, omdat hij in doodsgevaar is.
Hij is alleen, verlaten en voelt zich aan alle kanten bedreigt, en kan geen kant meer op.
En in zijn angst en eenzaamheid is ook de Eeuwige afwezig. De Ene die zich ooit bekend
maakte met de naam ‘ik zal er zijn voor jou’ is in geen velden of wegen te bekennen:
God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten? Klinkt het. Hoe valt de belofte van
aanwezigheid, van trouw en liefde, van een vaste bodem onder je voeten te rijmen met
de verlatenheid en bedreiging waarin de psalmist zich bevindt. Die klacht, aanklacht,
wanhoopskreet is van alle tijden en plaatsen. Waar is God als Hij afwezig is? Wat valt er
dan nog te doen of te zeggen op de bodem van je bestaan, in de donkerte en de
eenzaamheid van de nacht? Durven wij het aan om die vraag toe te laten? Niet te snel te
komen met verklarende antwoorden of hoopvolle perspectieven, maar te blijven in het
duister van de nacht? Wat zegt deze afwezigheid van God ons?