Thema: Verschijning
Voorganger: Elise Rommens-Woertman
Lezing: Exodus 19: 1 – 25
In de derde maand komen ze aan in de Sinaiwoestijn, vlakbij de berg. Er wordt een kamp opgeslagen en Mozes gaat als intermediair de berg op, God tegemoet, die hem dan ook toespreekt.
Aan alles is te merken dat er iets groots staat te gebeuren, Mozes met terug naar het volk gaan en hen oproepen om zich klaar te maken. Op de derde dag zal de Ene zelf verschijnen aan heel het volk. Donder, bliksem en vuur gaan voor de Ene uit, als teken van zijn komst, van het ongewone, de kracht en heiligheid die ermee gepaard gaat. In het volgende hoofdstuk zal God de tien woorden via Mozes aan het volk overhandigen, richtingaanwijzers naar goed en waarachtig leven in overvloed.
Hoe stellen wij ons de aanwezigheid van God voor? Wanneer zien wij, soms even, sporen van Gods licht en kracht in ons midden? In welke richting moeten we het zoeken? Hoe bereiden wij ons daarop voor?