Bereik eerst overeenstemming over het tijdstip
waarop het nieuwe jaar begint.
1 januari ligt voor de hand, tenzij anders afgesproken
of als je joods bent of chinees of niet aan tijd gebonden.
Vervolgens komt het aan op de afstemming,
de toonsoort van je belangstelling: hoe wens je wie wat?
Zeg je ‘gelukkig nieuwjaar’ – geef dan geen definitie
om te voorkomen dat je niet uit je woorden komt.
‘Veel heil en zegen’ is een oude optie.
Gelieve bij atheïsten dat alleen te denken.
Een wens is geen boodschap.
Verlam creatievelingen niet met ‘doe je ding’.
De verbeelding heeft het al zwaar genoeg.
‘Optimale winstmaximalisatie’ voor kapitalisten
dien je te vermijden – het is gewoon een taalfout.
‘En dat we toffe jongens zijn’ mag je zingen
maar moet steeds opnieuw blijken.
‘Een blessurevrij seizoen’ voor sportievelingen
is aardig, maar pijnloos leven bestaat niet.
Alleen ‘een nieuw jaar’ voor zieken, mogelijk stervenden, kan,
maar vertel dan tegelijk waar je troost vindt.
Niets wensen kan ook.
Blijf dan binnen.
Praat over hoop,
maar geef geen planning.
Wens geluk
en beloof om eerlijk te zijn.
Spreek van verlangen.
Je mag er bij zuchten.
Kies je voor de liefde,
dan zal een kus veel goed doen.
Kees van der Zwaard