Voor de Goede, Stille Week
morgengebed 26 maart 2018 Janskerk

“Hijzelf, de God van de vrede,
moge jullie heiligen, geheel en al.
En heel jullie geest, ziel en lichaam
moge ongerept bewaard zijn
bij de komst van onze Heer jezus Christus.”
[I Thessalonicenzen 5 : 23]

Een zegenwens van Paulus. Met enige aandrang uitgesproken – want de komst van Jezus is dichtbij. En dan gaat alles anders worden – nee: dan is alles nu al anders. Heel Paulus’ leven stond onder deze spanning.
Zo klinken die dringende woorden: ‘heiligen’, ‘bewaard zijn’. Het gaat over een kostbaar geheim, over het bijzondere van Jezus waarmee je bent aangeraakt, geraakt – moge dat blijken in heel je leven. Moge God dat aan je doen. En dus wil Paulus daarmee ook zeggen: sta daar voor open.
En dan: ‘ongerept bij de komst van Jezus’ – straks? ooit? En nu dan, in het dagelijkse lastige leven? Je kunt ook lezen: ‘… ongerept in de komst van Jezus’ (zo vertaalt de Naardense Bijbel). Dan wordt nu al zuiverheid opgeroepen door de komst van Jezus. Dan gaat het niet om een toekomst ooit, met voorbijzien aan het heden. Nee, dan is dat heden geheiligd, bewaard door de komst die komt. Dan staat alles van ons leven in het licht van de tijd waarin al het goede van Jezus de toon aangeeft, overal, alom, altijd.
Elk moment is een poort waardoor de Messias kan binnenkomen. Dat maakt de goede, stille week die we binnengegaan zijn extra urgent. Het is heilige, door God te heiligen tijd.