Overdenking morgengebed EUG Janskerk, 26 februari 2018

Tweede volle week van de Veertigdagentijd.

Zoeken naar God, zo graag willen zien en ervaren dat God overmachtig is, machtiger dan alles wat zich groot maakt in de wereld, in ons leven, in ons eigen hart. En daar door heen het verlangen naar een veilige plaats in de wereld. Dat hoorde ik doorklinken in de psalmteksten die we maandagmorgen in het ochtendgebed in de Janskerk samen lazen.

En toen voegde zich daarbij de profeet die ons verlangen omkeert tot een oproep aan ons: laat het vasten geen buitenkant zijn, maar laat het ons hart raken. Dat sluit aan bij waar het zondag in de viering in de Janskerk over ging: Wat staat mij in de weg om waarachtig Jezus in mijn leven te volgen? Hoeveel ego zit er in wat ik doe? Zelfonderzoek dus in deze getekende tijd.

Dat is niet hopeloos. Paulus, met wie we in deze tijd naar Pasen trekken, schrijft: ik ben gegrepen door Jezus, geraakt tot in mijn ziel. Dat is zijn mystieke ervaring die hem de wereld van zijn tijd door draagt. Jurjen Beumer schreef hierbij: “De religieuze mens zoekt, de mysticus weet zich gevonden”. Moge dat onze ervaring zijn in deze tweede week van de vastenperiode.