Voorganger: Thea Peereboom
Thema: Beeldende kunst, maken of niet maken?
Lezing: Exodus 28, 29-34 

Het oog wil ook wat. Zoals het oor door tekst, stilte en muziek een mens in verbinding kan brengen met sacrale ervaringen, zoals de reuk door de geur van kaarsen, wierrook of de licht vochtige geur van een bakstenen kerkgebouw je gevoel verbindt met een bijzondere sfeer, zo kan je oog je richten op het Heilige door licht, leegte of een verbeelding in beelden, schilderijen of sculpturen. 

Je oog kan je verbeelding op gang brengen, kan je meenemen naar Bijbelse plaatsen, kan verhalen woordeloos vertellen, kan je aandacht richten om te helpen bij meditatie of gebed. Ook kan dat wat je oog ziet, je geest en handen aanzetten om zelf iets te scheppen wat ruimte geeft aan dat wat de Geest je ingeeft. In het Oude Testament vinden we zowel aanwijzingen om rond het samenkomen met God ‘kunst’ te maken en de band tussen Schepping en Schepper uit te drukken in vormen en kleuren. Tegelijk mag er niets door mensenhanden gemaakt worden om te aanbidden. Bij  Paulus lezen we dat de gaven die de Geest geeft veelzijdig en veelkleurig zijn. Talenten en de wijsheid om die tot nut van allen in te zetten zijn een gave. Scheppen en creativiteit om daardoor jezelf en anderen te inspireren met de woorden van Jezus, zijn een gave.  To create or not to create, that is the question…..